VRB Vertrouwensprotocol bij melding

1. De melding 

Bij een melding is het zaak om rustig en neutraal te blijven. Degene die een melding doet heeft daarover nagedacht. Luister goed en zorg dat je een beeld krijgt over hoe ernstig de melding is. Maak aantekeningen. Deze vragen helpen je: 

• Noteer wie, wat, waar, wanneer 

• Is er sprake van meer slachtoffers en/of plegers? 

• Wie zijn op de hoogte? 

• Zorg dat het slachtoffer veilig is 

• Ga zo normaal mogelijk om met het slachtoffer en andere betrokkenen 

• Praat niet met de verdachte over het voorval

• Zorg dat melder en andere betrokkenen niet over het voorval gaan praten 

• Bied hulp aan als  de melder niet om weet te gaan met het voorval en verwijs   

  hem/haar naar professionele hulp

• Spreek af hoe je de melder verder op de hoogte houdt 

• Vraag hem/haar om het verhaal op te schrijven en te ondertekenen 

• Zorg voor een verslag   

Als je de eerste stappen hebt gedaan, is het verstandig om twee mensen te vinden die de melding verder behandelen. Als het kan twee bestuursleden. Zij pakken de zaak samen verder op. Samen, want dat is veiliger en steviger. Spreek af dat een van de twee  contact met de beschuldigde houdt. De ander kan zich dan richten op het slachtoffer en de andere betrokkenen. Dit tweetal bekijkt de zaak en besluit of er een vervolg komt. Zo ja, dan kies je een zaakcoördinator. Hij of zij coördineert  het hele proces: van melding tot en met evaluatie. Dit zijn de belangrijkste onderwerpen voor de zaakcoördinator:  

• Het volledige traject coördineren na de melding 

• De melding registeren 

• Een logboek bijhouden en een dossier maken. Bij dit soort zaken gebeurt er heel   

  veel in korte tijd, daarom moet je op elk moment informatie in het logboek op 

  tijdstip terug kunnen vinden

• Een plan van aanpak en tijdspad maken 

• Samen met bestuur betrokkenen op de hoogte brengen en houden 

• Het totale traject evalueren nadat de zaak is afgerond 

• Het dossier vernietigen als iemand onschuldig blijkt te zijn 

• Een woordvoerder kiezen die verantwoordelijk is voor de publiciteit 

2. Advies en melding bij de politie

Als er sprake lijkt te zijn van strafbare feiten moet je zo snel mogelijk met de politie praten. Dat kan anoniem, dus zonder namen te noemen. De politie heeft alle ervaring om met jou te bekijken wat er moet gebeuren. Zonodig kijkt de politie samen met het openbaar ministerie of er genoeg bewijs is voor een vervolging. Het inschakelen van de politie is ook belangrijk omdat de zaak dan wordt geregistreerd. De kans wordt dan kleiner dat een pleger ergens anders hetzelfde doet. Natuurlijk bepalen politie en justitie uiteindelijk of iemand schuldig is.

Politie en justitie doen onderzoek naar een melding van seksueel misbruik, dat is hun wettelijke taak. Een vrijwilligersorganisatie kan dat niet doen. Het is erg belangrijk om politie en justitie hun werk te laten doen, want dan voorkom je dat er fouten gemaakt worden waardoor bijvoorbeeld een pleger uiteindelijk vrijgesproken kan worden. Hier kun je op letten bij een gesprek met de politie:

• Wil je meer weten of aangifte doen 

• Vraag of er echt een strafbaar feit is geplaagd 

• Zijn er genoeg feiten voor een aangifte 

• Vraag advies over hoe je omgaat met de pleger, het slachtoffer en andere 

   Betrokkenen

• Is er sporenonderzoek nodig en zo ja, hoe stel je die veilig? 

• Wil de politie rapportages, dossiers / roosters en dergelijke hebben? 

• Wie doet wat richting vrijwilligersorganisatie en alle betrokkenen? 

Externe deskundigen

Er zijn verschillende redenen om een externe deskundige in te schakelen. Bijvoorbeeld als je organisatie voor het eerst met seksueel misbruik te maken krijgt. Of als je vrijwilligersorganisatie te klein is om alles zelf te regelen. Soms zijn zedenzaken erg ingewikkeld en zijn er meerdere slachtoffers. Vaak is er dan ook sprake van onrust in de samenleving. In die gevallen is het verstandig om een externe deskundige in te schakelen.